WikiWoordenboek:Taal van Stijn Streuvels/l
l (deel 1)
bewerken- laaggedekt
- laaggehurkt
- laaglang
- laagslierend
- laai
- laaier
- laaiing
- laaistok
- laaivlam
- laaivuur
- laast
- laatstens
- laatavond
- labberdoes
- labeur
- labeuren
- lachdag
- lacheding
- lachetanden
- lachgedingen
- lachgeluid
- lachgeweld
- lachgrol
- lachkreet
- lachlonken
- lachmond
- lachpartij
- lachput
- lachreden
- lachroep
- lachschateren
- lachschreeuw
- lachtaarte
- lachtanden
- lachtriller
- ladeslag
- laffeling
- lafhartigaard
- laf-heet
- lagelijk
- lagetzwart
- laken
- lakenbend(e)
- lakensnijderswinkel
- lambooien
- lament
- lamenteer
- lamgeblazen
- lamgeslagen
- lamhaar
- lamhangend
- lamkous
- lamleeg
- lammelijk
- lammen
- lammenadigheid
- lammepikkel
- lammerpels
- lammersteert
- lammerverstand
- lamoezen
- lampebalg
- lampe-belge
- lampetten
- lampvlam
- lampwiek
- lamte
- lamvelmuts
- lamzacht
- lamzat
- land
- landalm
- landbedrijf
- landbouwtuig
- landenaar
- landewaart
- landgolving
- landhouder
- landkondig
- landmest
- landnering
- landoever
- landrechter
- i. lands
- ii. lands
- landsambtenaar
- landsbaan
- landschapschilderij
- landscheute
- landschoe
- landschrode
- landstraat
- landstuk
- landvast
- landverhoog
- landvore
- landwee
- landwerker
- landzaak
- langachtig
- langbalk
- langde
- langen
- langenis
- langereke
- langerhand
- langgebaard
- langgehalsd
- langgehouden
- langgerokt
- langgeworteld
- langhalzen
- langlastig
- langpootig
- langpoter
- langpotig
- langs
- langschachtig
- langschedel
- langsel
- langslank
- langslepend
- langstammig
- langstelig
- langverloren
- langwand
- langzweerd
- langzwendelig
- lank
- lankhalzen
- lansstaf
- lanteern
- lanteernhaak
- lanteernhuis
- lanteernman
- lanteernontsteker
- lanteernopsteker
- lanterlullen
- lap
- laplut
- lapnaam
- lasterverzinsel
- lastwerk
- laten
- latertijd
- later-van-tijd
- laterwaarts
- lattenbank
- lauwer
- lauwertwijg
- lavastreep
- laveien
- laveier
- lavenis
- lavoir
- lavoorwit
- lededeel
- ledenloos
- lederkolder
- ledertoom
- lee
- leefdag
- leefkoek
- leefkracht
- leefte
- leefloosheid
- leeg
- leeggangen
- leegganger
- leegruifelen
- leegte
- leek
- leekstriem
- leem
- leemkruier
- leemverf
- i leen
- ii leen
- leenbibliotheek
- leenlaat
- leepoog
- leepte
- leergast
- leerrooster
- leerze
- leesteken
- leeuwenmuil
- lee(u)werk
- leeuwerkzang
- legaatsoorkonde
- lege
- legerdrom
- legerveld
- lei(d)koorde
- leidmuur
- leidslijn
- leieheuvelketen
- leiekant
- leielandschap
- leienaar
- leievlas
- leiewaarts
- leiewater
- leigoot
- leirote
- leiselen
- leitier
- lek
- lekendnat
- lekewijs
- lekkebaardeke
- lekken
- lekkerblinkend
- lekkerding
- lekkerkoek
- lektap
- lekvlam
- leliestaal
- lelijk
- lelijkaard
- lemen
- lemenvuur
- lendenband
- lentebloesem
- lenteboodschap
- lentegetij
- lentekriebeling
- lenteluw
- lenteluwte
- lentetij
- lentetuin
- lepel
- lepeleegde
- lepelholde
- lepelspijze
- lepert
- lere
- leste, ten langen
- let
- letje
- lets
- letst
- letter
- letterkunst
- letterkunstenaar
- letterreeks
- leude
- leugenbericht
- leugending
- leugenhistorie
- leugenmare
- leugenmete
- leugenmolen
- leugenspreuk
- leumig
- leunrees
- leunstaaf
- leurengezicht
- leuteraar
- leuterding
- leuteren
- leutering
- leuterkraam
- leuter-pruttelend
- leuterspel
- leutig
- leutigheid
- leuzig
- leveling
- levend
- levendevers
- levendgroen
- levenhouder
- levenlijk
- levensbedrijf
- levensbewustzijn
- levensblijheid
- levensbloei
- levensbloesem
- levensdaad
- levensding
- levenseenheid
- levenseenvoud
- levenselement
- levensgang
- levensgedachte
- levensgeneugte
- levensgewoel
- levensindruk
- levensinstinkt
- levensjeugd
- levenskoord
- levenskring
- levensmacht
- levensmirakel
- levensnode
- levensoorzaak
- levensplan
- levensredder
- levensredding
- levensreden
- levensrhythmus
- levensroede
- levensschoonheid
- levenssmart
- levenssprookje
- levensstand
- levenstippel
- levenstocht
- levenstoestand
- levensstroom
- levensvatbaarheid
- levensvereiste
- levensvermooiing
- levensvonk
- levensvroed
- levenswaarheid
- levensweelde
- levenswellust
- levenswerkelijkheid
- levenswrak
- levenszat
- levenszin
- levenszwaai
- leveraar
- lezen
- lichtbaan
- lichtbad
- lichtbal
- lichtdoek
- lichtflits
- lichtgeschitter
- lichtgetint
- lichtgloed
- lichtgroenend
- lichthandig
- lichtig
- lichtkleurig
- lichtluister
- lichtmoedig
- lichtnis
- lichtopgetrokken
- lichtperel
- lichtpink
- lichtplas
- lichtpotig
- lichtrijk
- lichtscheiering
- lichtschemer
- lichtschemering
- lichtschittering
- lichtsidderen
- lichtspaander
- lichtspeels
- lichtspeiering
- lichtspelen
- lichtspiegel
- lichtspiegeling
- lichtsprankel
- lichtstippel
- lichtstof
- lichtstraat
- lichttonig
- lichttrillend
- lichttrippelend
- lichtvat
- lichtverend
- lichtvleugelig
- lichtvlottend
- lichtwagen
- lichtweelde
- lichtwippend
- lichtwonder
- lichtzilveren
- lief
- liefdekoorts
- liefdekreet
- liefdelust
- liefdeneiging
- liefdeschicht
- liefdespijt
- liefdezaak
- liefkoek
- lieflingsplaats
- liefogelen
- lierelauw
- lierenaar
- lierlauwen
- lierlouwen
- lievekeskruid
- lievelingsvoertuig
- lievenheer
- lijden
- lijdenis
- lijdensgezel
- lijf
- lijfdienst
- lijfeigen
- lijfelijk
- lijfknaap
- lijfkoop
- lijfkunst
- lijfmes
- lijfrok
- lijfsgena
- lijfsgenadig
- lijk
- lijkbiddersernst
- lijkdienstplechtigheid
- lijkgang
- lijkgroeten
- lijklaken
- lijkvaart
- lijmauwe
- lijmen
- lijmstok
- lijnbeeld
- lijnenspel
- lijnenzwaai
- lijnflikkering
- lijnslinger
- lijnvisser
- lijnwaden
- lijnzaadkist
- lijs
- lijsbank
- lijsbed
- lijsterhage
- lijve
- lijvelijk
- lijzig
- liksem
- lilakroon
- lillebenen
- lindekruin
- lindenberd
- lindenschild
- lindetjok
- lingelootse
- lint
- lintsnoer
- lintstreep
- lippelekken
- lippendraai
- lippengekluts
- lippenpaar
- lippenplooi
- lippenrein
- lipperen
- liskalm
- lisoever
- lisspriet
- listmiddel
- lisvlim
- literkruik
- lobbedei
- lobbedoes
- lobberen
- lochtenieren
- lochting
- lochtingpoort
- lochtingschr(de)
- lodderlijk
- loebas
- i. loebedoes
- ii. loebedoes
- loederlul
- loerias
- loeroog
- loervenster
- loetefaaie
- loeverig
- loftale
- lofzwaaierij
- logen
- logiek
- logist
- logreus
- lokaris
- lokken
- lokkenband
- lokkendans
- lokkenvacht
- lokogelen
- lokspel
- lokstaf
- loktale
- lombaarse
- lomme
- lommerblauw
- lommerdak
- lommerdeemster
- lommerdiepte
- lommerdonkerte
- lommerduister
- lommerfris
- lommerfrisheid
- lommergewelf
- lommergroen
- lommerhaag
- lommerhoek
- lommerhuis
- lommerhut(te)
- lommerkamer
- lommerkoel
- lommerkoepel
- lommerkot
- lommerlaan
- lommerland
- lommerlucht
- lommernest
- lommerplaats
- lommerplek
- lommerweg
- lommerzwaarte
- lonklachen
- loochenen
- loodgieterswinkel
- loodzaad
- loof
- loofgebouw
- loofrank
- loofsieraad
- looftros
- loofverhemelte
- loofweelde
- loofzaad
- loomlendig
- loomliggend
- loomlui
- loompotig
- loomte
- loomtrappend
- loonprijs
- loopbaan
- loopbode
- loopgreppel
- loopstap
- loopvoeten
- looszinnig
- lootdag
- lopen
- lorias
- lorrainekoek
- i los
- ii los
- loskoop
- lostweernen
- losweg
- loswinden
- loteren
- loto
- lover
- lovergewelf
- loverkoepel
- loverkruin
- lovertak
- lovertres
- loverwoud
- loverzee
- lovie
- lowiedor
- lucht
- luchtblauw
- luchtgebouw
- luchtgestel
- luchtgesteltenis
- luchtgevaarte
- luchtgeweld
- luchtgewelf
- luchtijl
- luchtkoepel
- luchtkring
- luchtrit
- luchtruiter
- luchtstelsel
- luchtstilte
- luchtstreling
- luchtvlage
- luchtzompe
- ludden
- ludsen
- luidgalmend
- luidklinkend
- luidop
- luidtateren
- luiestoel
- luifer
- luiker
- luikogen
- luileeg
- luisarm
- luisleeg
- luisteren
- luisterlaken
- luisterschemer
- luiszak
- luivel
- luizaard
- luizegoed
- luizelui
- luizepoeier
- luizevel
- luizevolk
- luizig
- lukke
- lukkeboon
- lulde
- lunderen
- lundering
- lunkgat
- lustgaarde
- lustgruw
- lustigaard
- lustkrieuweling
- lustreize
- lustrit
- lustspel
- lutsebaliere
- lutsen
- lutslam
- lutspotig
- lutsvoetig
- lutte
- lutten
- lutterbeen
- lutterbenen
- lutteren
- luttering
- lutterspaan
- luttertent
- luwer
- luwtewasem
- luzol