Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • licht·flits
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lichtflits lichtflitsen
verkleinwoord lichtflitsje lichtflitsjes

Zelfstandig naamwoord

de lichtflitsm

  1. een kortstondige heldere lichtstraal
    • Tijdens het onweer zag ik een lichtflits. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be