langde
- lang·de
vervoeging van |
---|
langen |
langde
- enkelvoud verleden tijd van langen
- Ik langde.
- Jij langde.
- Hij, zij, het langde.
- Ik langde.
- Het woord langde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
langen |
langde