• lief
enkelvoud meervoud
naamwoord lief lieven
verkleinwoord liefje liefjes

deliefv

  1. vrouwelijke persoon met wie je verkering hebt
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen lieflieverliefst
verbogen lievelievereliefste
partitief liefslievers-

lief

  1. vriendelijk, zachtaardig
     Ze zat vol tegenstrijdigheden, was ontwapenend lief maar kon ook onverwacht fel uit de hoek komen zodra iemand te dichtbij kwam of te veel van haar verwachtte.[3]
  2. mooi, fijngebouwd
     Wanneer ze een tel is ingedut en haar gezicht eindelijk weer iets kinderlijks krijgt, met een lief onderkinnetje en al.[4]
     Ik vond het ontzettend lief dat je gisteren alle techniek voor Joy hebt gedaan, dat wilde ik je nog zeggen.[4]

lief

  1. vriendelijk, behulpzaam
     Ik vond het ontzettend lief dat je gisteren alle techniek voor Joy hebt gedaan, dat wilde ik je nog zeggen.[4]
  • meer/minder dan mij lief is
meer/minder dan gewenst
 Wanneer passagiers zonder koffer huiswaarts keren, wordt die bagage zo snel mogelijk nagestuurd. "Maar er komen ook weer nieuwe bij", legt de woordvoerder uit. Er zijn altijd wel wat koffers die tijdelijk op de luchthaven achterblijven. "Maar nu zijn het er wel veel, meer dan ons lief is.[5]
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]
  1. lief op website: Etymologiebank.nl
  2. "lief" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. 1 2 3
    Marion Pauw e.a.
    “4 wandelaars en een Siciliaan” (2022), The House of Books, ISBN 9789044363340
  5. Bronlink geraadpleegd op 29 juni 2022 Weblink bron “Na de reizigers hopen nu de koffers zich op op Schiphol” (29 juni 2022), NU.nl
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  • lief

lief

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd van laufen
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd van laufen

lief

  1. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van liewen
  • Afgeleid van het Middelnederlandse lijf

lief

  1. lijf