• lie·ve

lieve

  1. verbogen vorm van de stellende trap van lief
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • IPA: /ˈliːvɐ/ (Etsbergs)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lieve
leef
geleve
klasse 1 volledig

lieve

  1. bekrachtigen
    «'d Verdraag woort geleve
    Het verdrag werd bekrachtigd.