• lief·je
enkelvoud meervoud
naamwoord lief lieven
verkleinwoord liefje liefjes

het liefjeo dim. tant.

  1. persoon waarmee men amoureuse betrekkingen aanknoopt
    • Hij had een afspraakje met zijn liefje. 

het liefjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lief
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be