liefst
- liefst
liefst
- onverbogen vorm van de overtreffende trap van lief
- "Wie van deze kinderen was het liefst en wie het stoutst?" vroeg Sinterklaas.
- ▸ Genie luisterde meer dan ze sprak, had iets ongrijpbaars, was moeilijk te doorgronden en liep het liefst helemaal alleen onder haar zilveren paraplu om de felle zon te vermijden.[1]
- benadrukkend, verbazing uitdrukkend (over een groot getal)
- Hij ging liefst driemaal in de week naar het zwembad.
- Het huis heeft maar liefst vier badkamers.
- Ons elftal won met liefst 8-1.
- Het woord liefst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "liefst" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: liːfst
- liefst
liefst
- tweede persoon enkelvoud aantonende wijs verleden tijd van laufen