• le·vend
vervoeging van: werken
verbogen vorm: levende

levend

  1. onvoltooid deelwoord van werken
     Koning Willem-Alexander en koningin Máxima zeggen "diep getroffen" te zijn door zijn dood. "Vanuit een rotsvast geloof in Gods liefde pleitte hij voor mededogen en menselijkheid. Sober en eenvoudig levend koos hij steeds de kant van de kwetsbaren en behoeftigen."[3]
stellend
onverbogen levend
verbogen levende
partitief levends

levend

  1. waarin de processen die een organisme laten functioneren nog werken
  2. (muziek) niet afkomstig van een geluidsdrager, maar direct door een aanwezige muzikant of zanger voortgebracht
  3. (figuurlijk) nog functionerend
     Nog nooit had ik me zo levend gevoeld.[4]
  • [3] de herinnering levend houden
    zorgen dat iets nooit vergeten wordt
 De herinnering aan de Nationale 7 wordt ook levend gehouden in kleine musea, vaak gerund door vrijwilligers. In een oude garage in Piolenc bij Orange is een charmant museum gevestigd met oude auto's, foto's, reclameborden en andere memorabilia.[5]
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[6]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. levend op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 21 april 2025 Weblink bron “Bedroefde reacties op dood van paus: 'Miljoenen mensen geïnspireerd'” (21 april 2025), NOS
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  5. Bronlink Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be