Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • luid·op
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

luidop

  1. luidkeels, hardop
    • Je mag het antwoord best luidop zeggen, je hoeft het niet te fluisteren. 

Gangbaarheid

63 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be