leuteraar
- leu·te·raar
- Naamwoord van handeling van leuteren met het achtervoegsel -aar[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leuteraar | leuteraars |
verkleinwoord | - | - |
de leuteraar m
- Het woord leuteraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.