lek
![]() |
- lek
[A] de lek m
- stroming van een vloeistof of een gas door een ongewenste kleine opening
- Hij kreeg het gaatje niet dicht, zodat de lek bleef doorgaan.
stellend | |
---|---|
onverbogen | lek |
verbogen | lekke |
[A] lek
- vloeistof of gas doorlatend
- een lekke band
1. vloeistof of gas doorlatend
- Het woord lek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lek" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ lek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "lek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be