• le·ker
Naar frequentie 1629

leker

  1. tegenwoordige tijd van leke

leker, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van lek

leker, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van leke


  • le·ker

leker

  1. verouderde spelling of vorm van lek tot 2012 (mannelijke en vrouwelijke vorm)
(verouderd) tegenwoordige tijd van leka en leke

leker, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van leke


  • le·ker

leker

  1. tegenwoordige tijd actief van leka