• leu·tig
  • afleiding van leut met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen leutig leutiger leutigst
verbogen leutige leutigere leutigste
partitief leutigs leutigers -

leutig [1]

  1. op een flauwe maar grappige manier
    • Dan hebben we de tapdansende katten en leutige filmpjes van poezen in bikini nog niet eens gehad, maar het is duidelijk: dit is onbeschaamd hysterisch entertainment. Te midden van al het geweld houdt Perry zich dapper en ogenschijnlijk relaxt staande en zingt ze zich zuiver door een dwarsdoorsnede van haar hits. [2] 
    • Leutig verknipte varianten op het gesprek werden een enorme hit op internet. De papieren variant van het gesprek was goed voor een kwart stijging van de losse verkoop van Privé die week. “Dan zou je zeggen: het is al op tv geweest, maar nee, ze willen het ook nog een keer lezen. Ik ben niet zo somber over de toekomst van de bladen; als je het maar goed presenteert.” [3] 
    • Al het getwitter en gefacebook blijft tenslotte een volstrekt vrijblijvende aangelegenheid. Niemand wordt gedwongen het allemaal te volgen, niemand hoeft iets te ‘liken’. Niemand hoeft op de aanbevolen links naar leutige filmpjes op YouTube te klikken, niemand hoeft vakantiefoto’s te bekijken. [4] 
70 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Het Parool HANS VAN LISSUM 10 MAART 2015 Vooral geen quasiserieuze momenten na 127 optredens van Katy Perry
  3. HP de Tijd BART DE KONING 18 DEC 2009 Het droomjaar voor de roddelbladen
  4. HP de Tijd WPK-ADMIN 21 OKT 2011 Een lege inbox
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be