schalks
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schalks
Woordherkomst en -opbouw
- mogelijk uit het Latijn (scalcus) [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | schalks | schalkser | schalkst |
verbogen | schalkse | schalksere | schalkste |
partitief | schalks | schalksers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
schalks [2]
- stout, ondeugend en grappig op een leuke manier vooral van kinderen
- ‘Het gaat dan hopelijk toch wel een beetje plezanter worden dan de miserie waarover u meestal schrijft?’, vroeg een kloeke dame op schalkse toon. [3]
- Hij heeft een minuscuul gitaartje in zijn handen waarmee hij doet alsof hij de eerste akkoorden uit Love Me Tender speelt. 'That's really this guitar doing that', zegt hij met een schalks lachje. [4]
Synoniemen
Vertalingen
Bijvoeglijk naamwoord
schalks
- partitief van de stellende trap van schalk
Gangbaarheid
- Het woord schalks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schalks" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ schalks op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard ZATERDAG 21 OKTOBER 2017
- ↑ Volkskrant Julien Althuisius 16 augustus 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be