• op·ge·wekt
vervoeging van: opwekken…
verbogen vorm: opgewekte

opgewekt

  1. voltooid deelwoord van opwekken
  2. als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
     Als deze vorm van verbranding gecontroleerd opgewekt en in stand gehouden kan worden – liefst zonder dat er eerst een gevaarlijke vuurtornado ontstaat – dan biedt dat mogelijkheden voor schonere, efficiëntere verbanding.[1]
  3. attributief gebruikt
     Google heeft vergelijkbare doelstellingen en neemt voor zijn hyperscale-datacentrum in de Eemshaven opgewekte zonne- en windenergie af.[2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen opgewekt opgewekter opgewektst
verbogen opgewekte opgewektere opgewektste
partitief opgewekts opgewekters -

opgewekt

  1. in een actieve en positieve stemming
     De sfeer was altijd opgewekt, maar al snel ging iedereen over tot de orde van de dag en vertrok naar zijn of haar kamer om huiswerk te maken en ‘écht’ belangrijke mensen te bellen over de laatste drama’s op school.[3]
     Zodoende kwam Plinius weer uit mijn kast, een opgewekt verteld avonturenverhaal over een pinguïn die al op zijn derde depressief is.[4]
  • in een opgewekte bui
  • in een opgewekte stemming
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]
  1.   Weblink bron
    Dorine Schenk
    “Blauwe wervelvlam is nieuw vlamtype” (17 augustus 2020) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Merijn Rengers & Carola Houtekamer
    “Datacentra Zeewolde vragen twee keer zoveel stroom als Amsterdam” (21 juni 2020) op nrc.nl  
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  4.   Weblink bron
    Arjan Peters
    “In depressieve Plinius Pinguïn een zelfportret zien” (5 december 2015) op volkskrant.nl  
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be