opwekken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·wek·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op en wekken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opwekken |
wekte op |
opgewekt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
opwekken
- overgankelijk opmonteren, animeren
- De moeder was moeilijk op te wekken nadat haar baby overleden was.
- ▸ De sfeer was altijd opgewekt, maar al snel ging iedereen over tot de orde van de dag en vertrok naar zijn of haar kamer om huiswerk te maken en ‘écht’ belangrijke mensen te bellen over de laatste drama’s op school.[1]
- overgankelijk doen ontstaan
- Ze moesten de weeën opwekken om de bevalling te starten.
Typische woordcombinaties
belangstelling opwekken voor iets
- iets onder de aandacht brengen
belangstelling opwekken voor iets
- de aandacht op iets vestigen
belangstelling opwekken voor iets
Vertalingen
1. opmonteren, animeren
2. doen ontstaan
Gangbaarheid
- Het woord opwekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "opwekken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be