lijve
- lij·ve
lijve
- datief onzijdig van lijf, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
- En velen meer, gebrekkig niet van lijve
Of zoo dat het meewaringheid verwekt,
Maar gaven missend van verstand en zinnen,
Met overgroeide ondeugd, een gezwel
Dat ongezien in het gemoed kon rijpen,
Of erger met een hol en donker hart
Waar monsters van de schande schuilplaats vinden.[1]
- En velen meer, gebrekkig niet van lijve
- aan den lijve (ondervinden)
- in levenden lijve
- ten lijve
- Het woord lijve staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "De Nederlanden" Arthur van Schendel 1945