• la·men·teer
vervoeging van
lamenteren

lamenteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lamenteren
    • Ik lamenteer. 
  2. gebiedende wijs van lamenteren
    • Lamenteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lamenteren
    • Lamenteer je?