bosgroen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} * {{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}}} <!--* {{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/}}--> {{-syll-}} * bos·groen {{-etym-}} * Samenstelling van [[bos...' |
(geen verschil)
|
Versie van 26 feb 2012 20:52
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bos·groen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosgroen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
bosgroen o
- (kleur) de groene kleur van een bos
- Heeft u die ook in het bosgroen?
stellend | |
---|---|
onverbogen | bosgroen |
verbogen | bosgroene |
Bijvoeglijk naamwoord
bosgroen
- (kleur) de kleur bosgroen hebbend
- Hij rijdt in een bosgroene auto.
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)