1. Dwarsprofiel van een dijk.
  • dijk

[4]

[A] enkelvoud meervoud
naamwoord dijk dijken
verkleinwoord dijkje dijkjes

[A]dedijkm

  1. (waterbeheer) opgeworpen aarden wal op het land meestal bestemd als waterkering ter directe bescherming van het achterliggende land
    • De dijk langs de rivier was erg bochtig. 
     Stil en ongenaakbaar stonden de eenzame bomen voor de hoge nieuwe dijk die de Grevelingen aan het zicht onttrok, hun kale takken scherp afgetekend tegen de grijze winterlucht.[5]
     Vanaf de dijk was het onduidelijk of het Hoge Huis werd bewoond, de gordijnen voor het raam waren bijna helemaal dichtgetrokken.[5]
  2. (figuurlijk) bescherming tegen onheil
     We zijn niet arm, maar de suiker vormt een dijk tegen de stijgende golven.[6]
  3. kunstmatig aangelegde, hoger gelegen, rechte weg door een (voormalig) moerassig gebied, moerdijk (?)
    • De spoorweg was op een dijk gebouwd 
  • Aan de dijk gezet worden
Afgedankt, ontslagen worden
  • Dat zet geen zoden aan de dijk
Daar schieten we niets mee op
  • Wie niet dijken wil moet wijken
Men moet kiezen of delen
  • Een kerel als een dijk
Een stevige kerel [7]
vervoeging van
dijken

[A] dijk

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dijken
    • Ik dijk. 
  2. gebiedende wijs van dijken
    • Dijk! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dijken
    • Dijk je? 
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord dijk dijken
verkleinwoord

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie in deze betekenis.

[B]dedijkv

  1. (lhbt) (informeel) mannelijk ogende lesbienne
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[8]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Oudnederlands Woordenboek
  3. dijk op website: Etymologiebank.nl
  4. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2025 Weblink bron “Homo-erotisch woordenboek.” (1988), Thomas Rap, Amsterdam, ISBN 9060052668, p. 36
  5. 1 2
    Teuntje de Haan
    “Een muur van water” (2018), Em. Querido's Uitgeverij op Wikipedia, ISBN 9789021409375
  6. Jessie Burton vert. Mieke Trouw-Luyckx
    “Het huis aan de gouden bocht” (2014), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789021809526
  7. www.dbnl.org
  8. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be