Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·ten·dijks
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen buitendijks
verbogen buitendijkse
partitief buitendijks

Bijvoeglijk naamwoord

buitendijks

  1. gelegen in een gebied dat niet door de dijk beschermd wordt
    • Een buitendijkse ligging van een huis is mooi in de zomer maar gevaarlijk bij een hoge waterstand. 
Antoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be