zomerdijk
- zo·mer·dijk
- samenstelling van zomer en dijk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zomerdijk | zomerdijken |
verkleinwoord | zomerdijkje | zomerdijkjes |
de zomerdijk m
- een dijk die een uiterwaarde tegen de relatief lage waterstand van de zomer beschermt
- 's Winters raakt de zomerdijk gewoonlijk overstroomd.
- Het woord zomerdijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zomerdijk" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be