• zo·mer·dijk
enkelvoud meervoud
naamwoord zomerdijk zomerdijken
verkleinwoord zomerdijkje zomerdijkjes

de zomerdijkm

  1. een dijk die een uiterwaarde tegen de relatief lage waterstand van de zomer beschermt
    • 's Winters raakt de zomerdijk gewoonlijk overstroomd. 
91 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be