Nederlands

 
[2] dijkgat
 
[3] dijkgat in de IJsseldijk bij Deventer
Uitspraak
Woordafbreking
  • dijk·gat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dijkgat dijkgaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het dijkgato

  1. gat in een dijk na een dijkdoorbraak
    • In het museum vindt u informatie over de eerste dagen na de stormvloed: de provisorische dichting van de dijkgaten met zandzakken, de honderden bootjes die werkelijk overal vandaan slachtoffers oppikken en de hulp die al snel van alle kanten toestroomt. Bekijk de historische Polygoonbeelden en blader door de vele fotoboeken en knipselmappen. [1] 
  2. laatste opening in een nog niet voltooide dijk
  3. opening in een dijk om een weg, spoorweg of een water door te laten
    • In het noorden van het land is er op tweede kerstdag later ‘s middags en ‘s avonds kans op zware windstoten, waarschuwt het KNMI. Waterschap Noorderzijlvest verwacht onder invloed van de wind zo’n hoge waterstand dat de coupures (dijkgaten) in Delfzijl worden gesloten. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. De Telegraaf 07 jan. 2014 Wat ging er mis?
  2. HP de Tijd 26 DEC 2016 Harde windstoten en hoogwater in Noorden
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be