Tegen het muurtje dat langs het dijkpad loopt, liggen witte zandzakken in een dubbele rij. Verder stroomafwaarts bedekken op sommige plekken grote stukken zwart landbouwplastic de dijk. Ze worden op hun plaats gehouden door rijen zandzakken. [1]
Dit is het gebied van de rijen hoge populieren aan weerszijden van de wegen. In het landbouwlandschap onthullen ze het slingeren van de dijken. De wandelaar tussen hun rechte gladde stammen krijgt alvast te zien hoe zijn pad zal verlopen, of er een bocht komt, of juist niet. We bewandelen een smal dijkpad. Boven ons steken de populieren de toppen bij elkaar. Ze ruisen een zeemanslied. [2]