Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dijk·ver·zwa·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dijkverzwaring dijkverzwaringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dijkverzwaringv

  1. versterking van een door mensen gemaakte waterkering
     De Duitsers lopen achter met hun plannen voor dijkverzwaring, maar ze hebben op de conferentie beloofd er vol tegenaan te gaan, samen met Nederland. Op de conferentie hebben beide landen ook afgesproken te gaan werken aan gezamenlijk dijkbeheer.[1]
     Nederland is sterk afhankelijk van maatregelen in Duitsland. Als de plannen niet op elkaar zijn afgestemd, heeft bijvoorbeeld dijkverzwaring in Nederland geen zin. Een dijkdoorbraak langs de Rijn in Duitsland zou rampzalige gevolgen hebben voor Oost-Nederland: Nederland zou tot aan Zwolle kunnen overstromen.[2]
     Daarmee is er een nationaal probleem, aldus Middel. Hij ziet uit naar vervolgonderzoek van de provincie, maar zegt ook dat er sowieso extra geld nodig is voor dijkverzwaringen. Hij vindt dat het Rijk moet meebetalen en ook de NAM.[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Nederland en Duitsland zoeken oplossingen voor overstromingen” (Vrijdag 31 oktober 2014, 11:56), NOS
  2.   Weblink bron “Zwakke Duitse dijken bedreigen Nederland” (Dinsdag 21 oktober 2014, 16:09), NOS
  3.   Weblink bron “'Dijken breken bij zwaardere beving'” (Donderdag 31 januari 2013, 11:30), NOS