• dijk·wach·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord dijkwachter dijkwachters
verkleinwoord

het dijkwachtero

  1. (waterbeheer) persoon die zich, vaak als vrijwilliger, in tijd van gevaar op de dijk bevindt om gevaarlijke situaties te rapporteren
    • De dijkwachter meldde dat er door de golven een gat in de steenbekleding van de dijk was geslagen.