moderne doorsnede door de Liniedijk bij Leusden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • li·nie·dijk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord liniedijk liniedijken
verkleinwoord liniedijkje liniedijkjes

Zelfstandig naamwoord

de liniedijkm

  1. (waterbeheer), (militair) waterkering bestemd om een gebied te laten overstromen zodat de opmars van een aanvaller wordt belemmerd
      Het regiment had met 2 bataljons stelling genomen in den liniedijk achter het Valleikanaal, terwijl het 3e bataljon in reserve te Oud-Leusden was achtergebleven.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    J. van der Heijden
    Op voorposten, korte episode uit de oorlogsdagen van mei 1940 (1941) in: Mavors; maandschrift voor officieren, van reserve, militie, landweer en weerbaarheid, jrg 35, 1941,, jrg. 35 nr., blz. 10 1