liniedijk
- li·nie·dijk
- samenstelling van linie zn en dijk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | liniedijk | liniedijken |
verkleinwoord | liniedijkje | liniedijkjes |
de liniedijk m
- (waterbeheer), (militair) waterkering bestemd om een gebied te laten overstromen zodat de opmars van een aanvaller wordt belemmerd
- Het woord 'liniedijk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron J. van der HeijdenOp voorposten, korte episode uit de oorlogsdagen van mei 1940 (1941) in: Mavors; maandschrift voor officieren, van reserve, militie, landweer en weerbaarheid, jrg 35, 1941,, jrg. 35 nr., blz. 10 1