kanteldijk
- Geluid: kanteldijk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɑntəlˌdɛɪk / (4 lettergrepen)
- kan·tel·dijk
- samenstelling van kantel ww en dijk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kanteldijk | kanteldijken |
verkleinwoord | kanteldijkje | kanteldijkjes |
de kanteldijk m
- (waterbeheer) waterkering rond de uitgang van een tunnel in een polder, zodat een overstroming van de tunnel niet leidt tot overstroming van de polder en andersom
- ▸ De klei die wordt gewonnen wordt ingezet voor de bekleding van een zogenaamde kanteldijk bij de in- en uitgang van de Westerscheldetunnel[1]
- Het woord 'kanteldijk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Arjan SchuilingVerontwaardiging over ontgrondingen voor tunnelproject (9-12-2000) in: Provinciale Zeeuwse Courant , blz. 15 kol. 7