afsluitdijk
Niet te verwarren met: Afsluitdijk |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afsluitdijk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑfslœyˌdɛik / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- af·sluit·dijk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van afsluit ww en dijk [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afsluitdijk | afsluitdijken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de afsluitdijk m
- (waterbeheer) dijk tot het afsluiten van een stromend water of een binnenzee
- Er waren twee mogelijkheden om de Lauwerszee af te sluiten: het ophogen van de omliggende zeedijken of het aanleggen van een afsluitdijk. [2]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord afsluitdijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ afsluitdijk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Lauwersmeer op website: deltawerken.com; geraadpleegd 2019-09-19