waker
- wa·ker
- Naamwoord van handeling van waken met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waker | wakers |
verkleinwoord | wakertje | wakertjes |
de waker m
- iemand die waakt
- (waterbeheer) dijk meteen aan zee. Het is de eerste in het rijtje waker - slaper - dromer.
- Het woord waker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waker" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be