waken
- Geluid: waken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwakə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈʋa.kə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞a.kə(n)/
- (Limburg): /ˈwa.kə(n)/
- wa·ken
- In de betekenis van ‘niet (gaan) slapen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
de waken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord wake
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
waken |
waakte |
gewaakt |
zwak -t | volledig |
waken
- inergatief opzettelijk wakker zijn
- `Als andere mensen slapen, wat doet u dan? 'Als andere mensen slapen, dan waak ik.' Toen ik het zei, wist ik dat dit het enige juiste antwoord was. [2]
- inergatief (verouderd) wakker zijn
- Overdag moet je niet slapen maar waken.
- inergatief bij een stervende zitten
- In de lange uren die zij bij haar moeder heeft zitten waken, hebben zij veel met elkaar goedgemaakt.
- inergatief ~ over: letten op, beschermen.
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
1.
- Het woord waken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "waken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Sandes, DavidDe wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 189
- ↑ www.hbvl.be
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be