• wa·ke
enkelvoud meervoud
naamwoord wake waken
wakes
verkleinwoord

de wakev / m

  1. een bijeenkomst om een overledene te herdenken
    • Na haar overlijden werd er een wake gehouden. 
vervoeging van
waken

wake

  1. aanvoegende wijs van waken
88 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[2]


vervoeging
onbepaalde wijs to  wake 
he/she/it  wakes 
verleden tijd  woke 
voltooid
deelwoord
 woken 
onvoltooid
deelwoord
 waking 
gebiedende wijs  wake 

wake

  1. wekken
  2. wakker worden, ontwaken.