wake
- Geluid: wake (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwakə / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈʋa.kə/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞a.kə/
- (Limburg): /ˈwa.kə/
- wa·ke
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wake | waken wakes |
verkleinwoord |
- een bijeenkomst om een overledene te herdenken
- Na haar overlijden werd er een wake gehouden.
- avondwake, dodenwake, fakkelwake, gebedswake, kabaalwake, kerstwake, lawaaiwake, morgenwake, nachtwake, paaswake
vervoeging van |
---|
waken |
wake
- aanvoegende wijs van waken
- Het woord wake staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wake" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ wake op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to wake |
he/she/it | wakes |
verleden tijd | woke |
voltooid deelwoord |
woken |
onvoltooid deelwoord |
waking |
gebiedende wijs | wake |
wake