Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·dijk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeedijk zeedijken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zeedijkm

  1. opgeworpen bescherming tegen de zee, langs de kust of langs de monding van een rivier
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be