Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: moerdijk
demoniem
inwoner Moerdijker
vrouwelijke inwoner Moerdijkse
bijvoeglijk Moerdijks
  • Moer·dijk
  • samenstelling van  moer zn  en  dijk zn 
    • [Nederland] naar een dijk die voor het winnen van zout om een stuk veen was aangelegd; de naam is overgegaan op de nabijgelegen rivier die Holland en Brabant scheidde en op het dorp, het bedrijventerrein en de gemeente [1][2]
    • [België] naar een dijk voor het droogleggen van een moeras[3]
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Moerdijk Moerdijks -
verkleinwoord - - -

Moerdijk m

  1. (toponiem) (verouderd) een moerdijk in de provincie Noord-Brabant bij het Hollandsch Diep waar vroeger de veerdienst met Holland werd onderhouden
    • Tot onderkenning der Vaartuigen zullen dezelve, in groote leesbare letteren, tot opschrift voeren: Veer van Willemsdorp op den Moerdijk, of Veer van den Moerdijk op Willemsdorp. [4]
  2. (toponiem: rivier) (verouderd) andere benaming voor het Hollandsch Diep
    • De brug over den Moerdijk, door de Regering op ƒ 8 millioenen, door anderen op een vierde meer geraamd, is natuurlijk het groote bezwaar voor het regeringsvoorstel. [5]
in Holland, in Noord-Nederland, bij protestanten, bij calvinisten
in Limburg en Brabant, in de Zuidelijke Nederlanden, bij katholieken, bij Bourgondiërs
  • Bovenstaande uitdrukkingen worden ook samen gebruikt, zie de lemma's voor een voorbeeld.
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Moerdijk Moerdijks -
verkleinwoord - - -

Moerdijk o

  1. (toponiem) dorp in de gelijknamige gemeente in de provincie Noord-Brabant
  2. (toponiem) gemeente in de provincie Noord-Brabant
  3. (toponiem) bedrijventerrein in de buurt van het gelijknamige dorp
  4. (toponiem) gehucht in de gemeente Gistel/Ichtegem in de provincie West-Vlaanderen