binnendijk
- Geluid: binnendijk (hulp, bestand)
- bin·nen·dijk
- samenstelling van binnen en dijk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | binnendijk | binnendijken |
verkleinwoord | binnendijkje | binnendijkjes |
de binnendijk m
- (waterbeheer) dijk die, zolang de buitendijk het water keert, geen dienst hoeft te doen
- (waterbeheer) dijk langs een binnenwater
- Het woord binnendijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.