Timoteüs
- Ti·mo·teüs, Ti·mo·te·us
- via Middelnederlands Timotheus en en Latijn Timotheus en van Oudgrieks Τιμόθεος en (Timótheos) "eer God", naam van verschillende personen in de Bijbel [1] [2]
enkelvoud | |
---|---|
nominatief | Timoteüs |
genitief | Timoteüs' |
Timoteüs m
- (religie) naam van verschillende personen in de Bijbel
- aanvoerder van de Ammonieten, tegenstander van Judas de Makkabeeër (1 Makk. 5, 2 Makk. 8, 9, 10 en 12)
- leerling van de apostel Paulus, eerste bisschop van Efeze (Hand. 16, 17, 18, 19, 20, Rom. 16, 1 Kor. 4, 16, 2 Kor. 1, Fil. 1, 2, Kol. 1, 1 Thes. 1, 3, 1 Thes. 1, 1 Tim., 2 Tim.)
- (religie) naam van twee boeken uit het Nieuwe Testament, brieven van Paulus gericht aan Timoteüs: 1 Timoteüs en 2 Timoteüs
- (mannelijke naam) jongensnaam
[2] boeken in de christelijke Bijbel
- Genesis
- Exodus
- Leviticus
- Numeri
- Deuteronomium
- Jozua
- Rechters
- Ruth
- 1 Samuel
- 2 Samuel
- 1 Koningen
- 2 Koningen
- 1 Kronieken
- 2 Kronieken
- Ezra *
- Nehemia
- Ester *
- Job
- Psalmen
- Spreuken
- Prediker
- Hooglied
- Jesaja
- Jeremia
- Klaagliederen
- Ezechiël
- Daniël *
- Hosea
- Joël
- Amos
- Obadja
- Jona
- Micha
- Nahum
- Habakuk
- Sefanja
- Haggai
- Zacharia
- Maleachi
- Apocriefen
- aanvullingen op boeken
hiervoor gemarkeerd met *
1.
- Het woord 'Timoteüs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Vroegmiddelnederlands Woordenboek
- ↑ verklaring: Timoteüs in de Nederlandse Voornamenbank van het Meertens Instituut op de website van de KNAW