Koningen
- Ko·nin·gen
- van Hebreeuws מְלָכִים en (Melachiem) "Koningen", als naam van een boek uit de Bijbel geschreven met een hoofdletter volgens spellingregel 16.P [1] [2]
Koningen m
- (religie) benaming voor boeken in de Bijbel over de periode dat de Joden door koningen werden bestuurd
In de joodse Tenach gaat het om één boek, dat in de christelijke Bijbel wordt verdeeld in twee boeken (1 Koningen en 2 Koningen). In oudere vertalingen werden ook 1 en 2 Samuel tot de "Boeken der Koningen" gerekend.
- Melachiem (Hebreeuws)
boeken in de christelijke Bijbel
- Genesis
- Exodus
- Leviticus
- Numeri
- Deuteronomium
- Jozua
- Rechters
- Ruth
- 1 Samuel
- 2 Samuel
- 1 Koningen
- 2 Koningen
- 1 Kronieken
- 2 Kronieken
- Ezra *
- Nehemia
- Ester *
- Job
- Psalmen
- Spreuken
- Prediker
- Hooglied
- Jesaja
- Jeremia
- Klaagliederen
- Ezechiël
- Daniël *
- Hosea
- Joël
- Amos
- Obadja
- Jona
- Micha
- Nahum
- Habakuk
- Sefanja
- Haggai
- Zacharia
- Maleachi
- Apocriefen
- aanvullingen op boeken
hiervoor gemarkeerd met *
1.
- Het woord 'Koningen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.