Lucas
- Lu·cas
- [1] via Middelnederlands Lucas en , Latijn Lucas en en Oudgrieks Λουκᾶς en (Loukas), persoon in de Bijbel [1] [2] [3]
- [2] (verkorting) van "Het Evangelie van Lucas" of "Het Evangelie volgens Lucas"
enkelvoud | |
---|---|
nominatief | Lucas |
genitief | Lucas' |
Lucas m
- (religie) naam van een van Jezus' volgelingen, traditioneel beschouwd als schrijver van een van de Evangeliën
- (religie) boek in de Bijbel, een van de vier Evangeliën
- (mannelijke naam) jongensnaam
- Lukas (Grieks)
[2] boeken in de christelijke Bijbel
- Genesis
- Exodus
- Leviticus
- Numeri
- Deuteronomium
- Jozua
- Rechters
- Ruth
- 1 Samuel
- 2 Samuel
- 1 Koningen
- 2 Koningen
- 1 Kronieken
- 2 Kronieken
- Ezra *
- Nehemia
- Ester *
- Job
- Psalmen
- Spreuken
- Prediker
- Hooglied
- Jesaja
- Jeremia
- Klaagliederen
- Ezechiël
- Daniël *
- Hosea
- Joël
- Amos
- Obadja
- Jona
- Micha
- Nahum
- Habakuk
- Sefanja
- Haggai
- Zacharia
- Maleachi
- Apocriefen
- aanvullingen op boeken
hiervoor gemarkeerd met *
1. naam van een van Jezus' discipelen
- Het woord 'Lucas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Vroegmiddelnederlands Woordenboek
- ↑ verklaring: Lucas in de Nederlandse Voornamenbank van het Meertens Instituut op de website van de KNAW