• ver
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ververderverst
verbogen verreverdereverste
partitief versverders-

ver

  1. afgelegen
    • Jij hebt wel in verre landen gewoond. 
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]
  • ver

vēr o

  1. lente

ver

  1. slaan