• ver·re·gaand
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verregaand verregaander verregaandst
verbogen verregaande verregaandere verregaandste
partitief verregaands verregaanders -

verregaand [1]

  1. verder gaand in een bepaalde richting dan wenselijk is
    • Tegelijk is een waarschuwing op haar plaats. Aan het gebruik van deze data-gedreven systemen kleven ook risico’s. Te vaak wordt vergeten dat de techniek die deze verregaande surveillance mogelijk maakt geen waardevrij middel is. Zo worden data altijd ontsloten vanuit een specifieke context en geschiedenis. Denk aan de geautomatiseerde stappen om correlaties te vinden in de data, zoals de algoritmen die worden gebruikt om personen te categoriseren. Deze algoritmen zullen nooit neutraal zijn.[2] 
  2. tot een grotere graad komende
    • De verregaande integratie van Europa is een proces dat soms wat sneller en soms wat sneller verloopt.  
  • in verregaande staat van ontbinding
94 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Marc Schuilenburg NRC 14 november 2016
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be