Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weit
enkelvoud meervoud
naamwoord weit -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

weit v/m

  1. (graan) (verouderd) tarwe
    • Hoeveel kost de lange weit?[1] 

Gangbaarheid

28 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Groot nederduitsch taalkundig woordenboek.
    Petrus Weiland
    1859
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Duits

Uitspraak

Bijvoeglijk naamwoord

weit

  1. wijd, breed