verspringen
- [A] Geluid: verspríngen (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈsprɪŋə(n) / (3 lettergrepen)
- [B] Geluid: vérspringen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvərsprɪŋə(n) / (3 lettergrepen)
- ver·sprin·gen
- [A] van Middelnederlands verspringen, op te vatten als afgeleid van springen ww met het voorvoegsel ver- [1] [2]
- [B] samenstelling van ver bw en springen ww [3] [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verspringen /vərˈsprɪŋə(n)/ |
versprong /vərˈsprɔŋ/ |
versprongen /vərˈsprɔŋə(n)/ |
klasse 3 | volledig | [A] |
[A] verspríngen
- ergatief plotseling een andere stand innemen
- De wijzer van de klok versprong en het nieuwe jaar was een feit.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verspringen /ˈvɛrˌsprɪŋə(n)/ |
sprong ver /ˌsprɔŋ ˈvɛr/ |
vergesprongen /ˈvɛrɣəˌsprɔŋə(n)/ |
klasse 3 | volledig | [B] |
[B] vérspringen
- inergatief, (sport) in een sprong afleggen van een zo groot mogelijke afstand
- Er werd onder andere vergesprongen en hardgelopen.
- Lewis sprong, door de wind geholpen, 8,83m ver.
- Het woord verspringen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verspringen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.