• ver·re

verre

  1. verbogen vorm van de stellende trap van ver
     Ze was dan ook allang blij dat ze niet met mij mee hoefde op mijn verre reizen, maar was wel vanaf het begin mijn grootste supporter.[2]


verre [3] [4]

  1. in hoge mate
  2. (formeel) ver
96 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[5]
  1. verre op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  verre     le verre     verres     les verres  

verre m

  1. glas


  • ver·re
Naar frequentie 669

verre

  1. vergrotende trap van dårlig

verre

  1. vergrotende trap van ond

verre

  1. vergrotende trap van vond

verre

  1. vergrotende trap van vondt


  • ver·re

verre

  1. vergrotende trap van vond