Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vondt

Werkwoord

vervoeging van
vinden

vondt

  1. gij-vorm verleden tijd van vinden
    • Gij vondt. 


Noors

Woordafbreking
  • vondt

Bijvoeglijk naamwoord

vondt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van vond


Nynorsk

Woordafbreking
  • vondt

Bijvoeglijk naamwoord

vondt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van vond