vinden/vervoeging
Nederlands
vervoeging van de bedrijvende vorm van vinden | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | vinden | te vinden | ||||||||
toekomend | zullen vinden | te zullen vinden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gevonden | te hebben gevonden | ||||||||
toekomend | gevonden zullen hebben | gevonden te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
vindend | gevonden | ev. vind |
mv. verouderd vindt |
vinde | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | vind | vindt | vindt | vindt | vindt | vinden | vinden | vinden | |||
verleden (o.v.t.) | vond | vond | vond | vondt[1] | vond | vonden | vonden | vonden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal vinden | zult/zal vinden | zult/zal vinden | zult vinden | zal vinden | zullen vinden | zullen vinden | zullen vinden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou vinden | zou vinden | zou(dt) vinden | zoudt vinden | zou vinden | zouden vinden | zouden vinden | zouden vinden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gevonden | hebt gevonden | hebt/heeft gevonden | hebt gevonden | heeft gevonden | hebben gevonden | hebben gevonden | hebben gevonden | |||
verleden (v.v.t.) | had gevonden | had gevonden | had gevonden | hadt gevonden | had gevonden | hadden gevonden | hadden gevonden | hadden gevonden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gevonden hebben | zal/zult gevonden hebben | zult/zal gevonden hebben | zult gevonden hebben | zal gevonden hebben | zullen gevonden hebben | zullen gevonden hebben | zullen gevonden hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gevonden hebben | zou gevonden hebben | zou/zoudt gevonden hebben | zoudt gevonden hebben | zou gevonden hebben | zouden gevonden hebben | zouden gevonden hebben | zouden gevonden hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gevonden worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gevonden | er is gevonden | |||||||||
verleden | er werd gevonden | er was gevonden | |||||||||
toekomend | er zal gevonden worden | er zal gevonden zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gevonden worden | er zou gevonden zijn | |||||||||
lijdende vorm gevonden worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gevonden worden | gevonden te worden | ||||||||
toekomend | gevonden zullen worden | gevonden te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gevonden zijn | gevonden te zijn | ||||||||
toekomend | gevonden zullen zijn | gevonden te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gevonden | wordt gevonden | wordt gevonden | wordt gevonden | wordt gevonden | worden gevonden | worden gevonden | worden gevonden | |||
verleden (o.v.t.) | werd gevonden | werd gevonden | werd gevonden | werdt gevonden | werd gevonden | werden gevonden | werden gevonden | werden gevonden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gevonden worden | zult gevonden worden | zult gevonden worden | zult gevonden worden | zal gevonden worden | zullen gevonden worden | zullen gevonden worden | zullen gevonden worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gevonden worden | zou gevonden worden | zou/zoudt gevonden worden | zoudt gevonden worden | zou gevonden worden | zouden gevonden worden | zouden gevonden worden | zouden gevonden worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gevonden | bent gevonden | bent/is gevonden | zijt gevonden | is gevonden | zijn gevonden | zijn gevonden | zijn gevonden | |||
verleden (v.v.t.) | was gevonden | was gevonden | was gevonden | waart gevonden | was gevonden | waren gevonden | waren gevonden | waren gevonden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gevonden zijn | zult gevonden zijn | zult gevonden zijn | zult gevonden zijn | zal gevonden zijn | zullen gevonden zijn | zullen gevonden zijn | zullen gevonden zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gevonden zijn | zou gevonden zijn | zou/zoudt gevonden zijn | zoudt gevonden zijn | zou gevonden zijn | zouden gevonden zijn | zouden gevonden zijn | zouden gevonden zijn |
Middelnederlands
onbepaalde wijs | gebiedende wijs | onv. deelwoord | volt deelwoord | |
---|---|---|---|---|
vinden te vindene |
vinde mv. vindet |
vindende | gevonden | |
aantonend | aanvoegend | |||
tegenwoordig | verleden | tegenwoordig | verleden | |
ic | vinde | vant | vinde | vonde |
du | vints | vants | vints | vondes |
hi, si | vint | vant | vinde | vonde |
wi | vinden | vonden | vinden | vonden |
ghi | vindet | vondet | vindet | vondet |
si | vinden | vonden | vinden | vonden |
- Opm.: Bovenstaande is een geïdealiseerd beeld van de vervoeging. Er bestond grote variabiliteit in spelling en in vormen tussen de verschillende dialecten.