vinde
- Geluid: vinde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvɪndə / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈvɪndə/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈvɪndə/
- vin·de
vervoeging van |
---|
vinden |
vinde
- aanvoegende wijs van vinden
- vin·de
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van vind
vinde, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van vind
vinde, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van vind