kan
- kan
- [A] van Middelnederlands canne, in de betekenis van ‘pot’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1] [2] [3]
- [B] van Middelfrans kaan [4] [5], dat teruggaat op Mongools ᠬᠠᠭᠠᠨ (chaan)
- [C] als vorm van kunnen ww (Oudnederlands kunnan aangetroffen vanaf 1100 [6]
[A] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | kan | kannen |
verkleinwoord | kannetje | kannetjes |
- (huishouden) serviesgoed om vloeistoffen uit te schenken
- De kan heeft een deksel en is beschilderd in groen en bruin.
- Een kan met melk.
- [A]: serviesgoed om vloeistoffen uit te schenken
- alles is in kannen en kruikenalles is geregeld
- het onderste uit de kan (willen hebben)[7]alles (willen hebben)
- als de wijn is in de man, dan is de wijsheid in de kan
- wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het lid (of: de deksel) op de neus.wie te begerig is loopt grote kans niets te krijgen
- Het woord kan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kan" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[10] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ kan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "kan" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- ↑
Weblink bron “onderste uit de kan”, Nederlands spreekwoordenboek
- ↑ Thiry, A.Passanten op de Krim (2007) op website: shlama.be; geraadpleegd 2016-04-14
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
kan
- keunn
- «De klêenste sôorte wordt moa 1 cm grôot en de grotste zêesterre kan 1 m wordn met een oarmlengte van 45 cm.»
- De kleinste soort wordt maar 1 cm groot en de grootste zeester kan 1 m worden met een armlengte van 45 cm.
- «Wien't ni kanne keunn't leern.»
- Men is nooit te oud om te leren.
- «De klêenste sôorte wordt moa 1 cm grôot en de grotste zêesterre kan 1 m wordn met een oarmlengte van 45 cm.»