bierkan
- bier·kan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bierkan | bierkannen |
verkleinwoord |
- een bierglas met handvat en soms ook een deksel
- De beroemde toast Éen toast op de gezelligheid', die regelmatig wordt uitgesproken en altijd gecombineerd wordt met een flinke teug uit de bierkan, komt niet uit Beieren. De speech is geschreven door de muzikant Bernhard Dittrich uit Chemnitz in Saksen.[2]
- Burgemeester Koelewijn breekt het ijs door te wijzen op een bierkan die tot de rand toe is gevuld met dopjes van bierflesjes. "Jullie verzamelen zo te zien dopjes?" "Ja", bevestigt Niels. "Hier in de buurt wordt een oudijzeractie gehouden en alle kleine beetjes helpen, nietwaar?"[3]
- Het woord bierkan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bierkan" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 23 sep. 2013 'Fun facts'over het Oktoberfest
- ↑ Tubantia 17-OKTOBER-2008 Hoog bezoek in de keet
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be