Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /ˈstɛɪn/ (Etsbergs)

Bijvoeglijk naamwoord

stein

  1. stenen

Zelfstandig naamwoord

stein m

  1. steen
  2. rots
  3. gesteente
Verbuiging


IJslands

Uitspraak
Naar frequentie 4965

Zelfstandig naamwoord

stein

  1. accusatief onbepaald mannelijk enkelvoud van steinn


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • stein
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse naamwoord steinn
Naar frequentie 1529
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   stein     steinen     steiner     steinene  
genitief   steins     steinens     steiners     steinenes  

Zelfstandig naamwoord

stein m

  1. (geologie) steen
  2. (geologie) rots
  3. (geologie) gesteente
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • stein
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse naamwoord steinn
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   stein     steinen     steiner     steinene  

Zelfstandig naamwoord

stein m

  1. (geologie) steen
  2. (geologie) rots
  3. (geologie) gesteente
Afgeleide begrippen