• ste·nen
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen stenen

[A] stenen

  1. gemaakt van steen
    • De stenen gevel werd verwijderd. 
     Op de Hardangervidda bouwde hij stenen bruggen.[4]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
stenen
steende
gesteend
zwak -d volledig [A]

[A] stenen

  1. overgankelijk (Vroegnieuwnederlands) doden door bekogeling met keien
      Sy riepen seer en stopten haer ooren
    Vielen tot hem aen eendrachtelijck
    Stieten hem ter stadt wt met verstooren
    En steenden den man Gods crachtelijck.
    [5]
  2. overgankelijk (verouderd) van wegverharding voorzien
     De straten zijn lang en somtijds ruim, maar altijd hoekerig en slecht gesteend; in de voorsteden vindt men er zelfs, welke, even als de openbare wegen, zijn voorzien van balken, waarop men planken legt.[6]
  3. overgankelijk (verouderd) van een of meer edelstenen voorzien
     U zult bemerken, dat een goed gesteend Zwitsers ankerhorloge niet duur behoeft te zijn.[7]

de [A] stenenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord steen
     Na uren lopen en een hele tijd zoeken vond ik een vlakke plek voor mijn tent en gooide ik eerst een aantal stenen de struiken in om eventuele slangen te verjagen.[8]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
stenen
steende
gesteend
zwak -d volledig [B]

[B] stenen

  1. overgankelijk uitgeput en klagend (laten) klinken
     “Laat mij sterven,” steende hij, “gij weet hoe ik sterf. Vertrek, Winfried, en breng mijn vader het schild!”[9]
     Opvallend is eveneens het veelvuldig opwellen uit het voorwerk van vroegere vertalingen van de verzuchtingen over de zware en de moeilijke taak van de vertaler. Inderdaad, de regelmaat waarmede dit zuchten en dit stenen over het lange moeizame werk - dat vertaalwerk ook is - zich voordoen, moet wie ook zelfs slechts enkele van deze voorwoorden of opdrachten of andere liminaria doorbladert, treffen.[10]
     Ergens, verder op, zet Peter de kampeertent in elkaar. (…) Hij lijkt ook wel te stenen. Soms komt het me voor, dat Peter met de kampeertent vecht.[11]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[12]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Oudnederlands Woordenboek
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  5.   Weblink bron Een Liedeken gemaect wt de belijdinghe Stephani (1570) in:
    S. Cramer (ed.)
    Het Offer des Heeren. Bibliotheca Reformatica Neerlandica, deel II (1904), Martinus Nijhoff, Den Haag, p. 61
  6.   Weblink bron Beschrijving van Moskow. in: Vaderlandsche Letteroefeningen., jrg. 52 deel 2 (1812), M. de Bruyn, G.S. Leeneman van der Kroe en J.W. IJntema, Amsterdam, p. 608 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren  
  7.   Weblink bron
    C. Waaning
    Is het kopen van een horloge gokken? (advertentie) in: Zandvoorts Nieuwsblad, jrg. 20 nr. 10 (4 maart 1960), C. Kuyper, Zandvoort, p. 3 kol. 6
  8. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  9.   Weblink bron
    Aernout Drost (ed. Joke van der Wiel)
    “Hermingard van de Eikenterpen. Een oud vaderlands verhaal.” (1991 (origineel 1832)), Querido, Amsterdam, ISBN 9021405733, p. 100 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren  
  10.   Weblink bron
    Jan F. Vanderheyden
    Verkenningen in vroeger vertaalwerk 1450-1600 : Vertalen is ‘gheen cleen dinck’ in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde, (nieuwe reeks) jrg. 1983 nr. 3 (1983), Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent, p. 438
  11.   Weblink bron
    Alie Smeding
    “Tusschen twee droomen.” (1935), A.W. Sijthoff, Leiden, p. 265 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren  
  12.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be